Mamablogger

Anouk blogt: rondje supermarkt met twee kids

dinsdag, 31 juli 2018

Ik vond er altijd wat van. Van die kinderen die krijsend door de winkel renden, niet luisterden naar hun ouders, hun zinnetje doordramden enzovoorts. Niet opgevoed, was mijn mening. Tot ik zelf moeder werd...

Die hoeft meneer niet

“APPELLLLLLLLL”, krijst mijn dreumes door de supermarkt met hetzelfde aantal decibellen als een laag overvliegende F16. Hij is van het meerijdplankje afgesprongen toen hij de schappen met fruit in het vizier kreeg. Voordat ik hem goed en wel kan tegenhouden heeft hij zijn kleine konijnentandjes al in een nectarine gezet. Nog steeds in de veronderstelling dat het een appel is. Dat valt natuurlijk tegen dus die nectarine legt hij zonder blikken of blozen weer tussen de rest. Die hoeft meneer niet.

Leedvermaak

Ik voel de ogen van omstanders in mijn rug prikken. Ze vragen zich waarschijnlijk allemaal af wat ik nu ga doen en om heel eerlijk te zijn spookt exact diezelfde vraag ook door mijn hoofd. Veel tijd om na te denken heb ik niet, want het kind is alweer onderweg naar de bak waar de appels wél liggen. “Lieverd, kom eens hier.” Hij luistert niet. Voor mijn gevoel heeft inmiddels het halve winkelcentrum zich rondom de groenten- en fruitafdeling verzameld voor een potje leedvermaak. Rustig blijven, herhaal ik in mijn hoofd. Ik gris de aangevreten nectarine uit de bak en trek een sprintje waar Usain Bolt jaloers op zou zijn richting het kind. Te laat. Ook het schap met appels moet eraan geloven.

Dan maar geen boodschappen

Ondertussen begint mijn baby te jengelen. Ook dat nog. Waarom slapen alle baby’s als een roos op het moment dat ze in de kinderwagen worden rondgereden en heb ik een exemplaar gebaard dat de uitzondering op de regel is? Ik weeg die ene halve nectarine af en wil hetzelfde doen met de appel. Probleempje: dan moet de dreumes die appel wel even drie seconden afstaan. En je raadt het al, dat is meneer niet van plan. Nóg een huilend kind. Even overweeg ik om gewoon rechtsomkeert richting huis te maken. Dan maar geen boodschappen. Maar goed, de koelkast is leeg en in de vriezer liggen al zes maanden twee kipfilets en een halfje bruin waar zelfs de eendjes niet tevreden mee zullen zijn, dus ik heb eigenlijk niet echt een keuze. Inmiddels is de dreumes redelijk content met de appel. Behalve met de schil want dat vindt onze fijnproever niet zo lekker. Die spuugt hij dus uit. In de kinderwagenbak. Bovenop zijn zusje. Die daardoor nog harder gaat huilen.

Zie je wel, ik kan het wel

Ik laat het maar gebeuren. Choose your battles, zeggen ze toch? Nou, this ain’t one of ‘em. Die uitgespuugde stukjes appel ruim ik straks wel op. Met de oudste weer op het meerijdplankje en de jongste jengelend in de kinderwagen loop ik door. “KOEKIEEEEEEE”, klinkt het ineens. “Nee schat, we hebben geen koekie nodig.” Maar voordat ik het gangpad met koek voorbij kan rennen, is hij er alweer vandoor. Met een pak stroopkoeken (die komen hem ongetwijfeld bekend voor…) in zijn handen komt hij op me af. Om drama te voorkomen wil ik het pak aannemen en in de boodschappenmand gooien, maar in het kader van ‘ik ben hier de baas en heb heel de situatie en mijn kinderen uitstekend onder controle’ sommeer ik hem om ‘koekie’ terug te leggen. Dat gaat niet zonder slag of stoot, maar het lukt. Zie je wel, ik kan het wel, een kind opvoeden.

Eindelijk bij de kassa

“Kom maar weer op je plankje”, zeg ik met een smekende ondertoon. “Zelluf”, is het antwoord. Omdat ik zwangerschapsverlof heb en er in principe toch niets anders op de agenda staat voor vandaag besluit ik dat het oké is als hij zelf loopt. Op het tempo waar Usain Bolt níet jaloers op zou zijn halen we de rest van de boodschappen. Onderweg krijg ik een zak kattenvoer (we hebben geen kat), een pak Nijntjekoek (die fase is hij inmiddels wel ontgroeid en zijn zusje is er nog lang niet aan toe) en vier tijdschriften (hij kan nog niet lezen en ik heb er de komende vier jaar geen tijd voor) naar mijn hoofd. Zonder dat hij het doorheeft leg ik alles gauw weer terug en na een klein half uur staan we eindelijk bij de kassa.

Houd mijn terrordreumes tegen!

“Mevrouw, uw kind loopt naar buiten.” Shit. Ik ben precies aan de beurt om de boodschappen (inclusief aangevreten nectarine) af te rekenen en er staat een rij van hier tot Jericho achter me. Is het heel gek om naar een wildvreemde te gillen dat hij of zij die wandelende terrordreumes moet tegenhouden? Ja, misschien wel. Het zweet breekt me uit. De mevrouw achter de servicebalie is ongetwijfeld een lotgenoot want alsof ze mijn gedachten kan lezen loopt ze naar mijn kind en spreekt met de allerliefste stem die ik ooit gehoord heb: “Kom jongen, mama staat daar, zullen we samen teruglopen?” En alsof hij het meest voorbeeldige monster van het noordelijk halfrond is, pakt hij haar hand, loopt naar me toe, stapt op het meerijdplankje en trakteert zijn (huilende) zusje op een aai.

Gelukkig hebben de meeste supermarkten tegenwoordig een uitstekende bezorgservice!

Anouk Zwager schrijft maandelijks een blog voor de Negenmaandenbeurs. Niets missen van Anouk,volg haar ook op Instagram of lees de blogs op haar website.

Ook leuk om te lezen:

- Mama Anouk Zwager blogt voor de Negenmaandenbeurs